De groet

Wij onderscheiden de zittende groet en de staande groet.

Zittende groet (Zarei)

De judoka zakt door de linkerknie en plaatst deze op de tatami ter hoogte van de hiel van de rechtervoet, vervolgens zakt hij door de rechterknie en plaatst deze naast de linkerknie.
De knieën worden ongeveer twee vuisten uit elkaar geplaatst.
Daarna gaat hij met het zitvlak op de hielen zitten en kruist de tenen, de romp rechthoudend (za-zen-zit).
De gordeluiteinden worden over de benen gelegd.
Dan worden de handen op de tatami geplaatst, de vingertoppen in 45°, waarop men de romp voorover buigt, het hoofd recht op de romp houdend en het zitvlak op de hielen.
Leraar en leerlingen brengen deze groet gezamenlijk aan elkaar en beëindigen hem gelijktijdig.
De groet moet correct uitgevoerd worden en duurt ongeveer drie seconden.
Na de groet brengt de judoka de romp weer rechtop en plaatst de handen op de dijen.
Hij richt het bovenlichaam op, door het zitvlak opwaarts te brengen. Het rechterbeen wordt voorwaarts geplaatst zodat het gebogen op de mat komt te staan. De tenen van de linkervoet blijven op de mat gericht. De rechterhand blijft op de rechterdij rusten en de linkerhand komt naast de linkerdij.
Het lichaam wordt volledig opgericht door beide benen te strekken en de linkervoet naast de rechtervoet te brengen.

Staande groet (Ritsurei)

De judoka staat, het lichaam rechtop, de hielen aaneengesloten en de handen naast de dijen.
Hij buigt de romp lichtjes voorwaarts, bet hoofd recht op de romp houdend. Terzelfder tijd brengt hij de handen voorop op de beide dijen.
De groet wordt correct en rustig uitgevoerd en duurt ongeveer drie seconden.
De judoka richt zich weer op en brengt de handen naast de dijen.

Op de tatami wordt er gezamenlijk in zittende of staande houding gegroet, dit met de leraar(s) voor de groep. Deze groet beduidt dat de leden eerlijk en sportief te werk zullen gaan en met eerbied voor de partner.

Bij het begin en het einde van de les zitten leerlingen en leraar(s) tegenover elkaar.
Op de roep ‘rei’ (groeten), uitgebracht door de leerling met de hoogste dan of graad, buigen ze naar elkaar.
De leerling met de hoogste dangraad zit steeds links van de leraar, de overige leerlingen zitten tegenover hem op een rij in volgorde van de kleur van de band, de hoogste kyugraad links.

Voor iedere groet moet de judogi in orde gebracht zijn en de band op de juiste manier geknoopt.

Groeten voor je partner

Bij oefeningen of gevechtjes groet je altijd eerst je partner. Als de oefening of het gevechtje beëindigd is groet je ook weer. Ritsurei is de staande groet. Deze manier van groeten doe je bij het betreden en verlaten van de dojo of wanneer je staande met je partner gaat judoën. Als je met elkaar gaat stoeien op de grond groet je vanuit kniezit.
Als er na een randori ( oefengevecht ) gewisseld moet worden van partner en iemand groet voor jou, hij of zij wil eigenlijk zeggen: “ik wil graag met jou een randori maken”, is het absoluut ongepast en zéér onbeleefd om te weigeren.

Algemeenheden

  • Bij het luisteren naar uitleg van de leraar, demonstratie van technieken of bij het uitrusten, gestaan of gezeten wordt op de voorgeschreven wijze (geknielde zit/kleermakerszit)
  • Je houd je aan de opdracht van de leraar en gaat geen andere dingen doen.
  • Je toont respect voor je partner. Je houdt rekening met een lagere band of een veel lichtere judoka. Je helpt elkaar bij moeilijke technieken.
  • Je hoeft niet muisstil te zijn maar je gaat geen luidruchtige discussies aan op de judomat.
  • Je gaat op een vriendschappelijke manier met elkaar om en leert van elkaar.
  • Je toont moed en doorzettingsvermogen, ook als het moeilijk is.
  • Je bent beleefd tegen je leraar en je medejudoka’s.
  • Als je partner opgeeft door af te tikken, laat je meteen los.
  • Na een worp val je niet bovenop je partner maar maak je zijn/haar val wat lichter door hem of haar met twee handen aan de mouw vast te houden.
  • Je gaat nooit van de mat af zonder toestemming van de leraar

De instructies van de leraar moeten opgevolgd worden. In geval van judo-problemen dienen deze rechtstreeks met de leraar besproken te worden, want dit getuigt van een budo-mentaliteit. De leerling dient zich steeds tot zijn leraar te wenden voor technische problemen en/of zaken die zich voordoen op de tatami.

Personen onder invloed wordt de toegang tot de dojo en het trainen verboden.

En verder

  • Maak van de etiquette geen formaliteit zonder werkelijke gevoelens van dankbaarheid en respect
  • Kom op tijd
  • Ga voor de training naar de W.C.
  • Doe geen dingen die blessures veroorzaken of verergeren, noch bij de ander, noch bij jezelf
  • Wanneer je bloedt, reinig dit ( inclusief de vloer) dan onmiddellijk en bedek het met pleister of verband
  • de gordel volgens de regels geknoopt (platte knoop) is en reglementair van afmetingen
  • de mat niet met schoenen betreden wordt
  • er geen gesprekken gevoerd worden over onderwerpen die niets met judo te maken hebben

Bij het te laat komen

Loop langs de rand van de zaal naar de leraar. Buig naar de leraar en verontschuldig je. Neem vervolgens deel aan de les.